U wist het misschien nog niet, maar u wordt steeds meer phy-gital.
Steeds meer wat? Phy-gital. Of phygital. Blijkt uit onderzoek van het bedrijf Mindtree, dus dan zal het wel waar zijn. Phy-gital consumenten combineren “online en in-store ervaringen”. Physical en digital dus: ze staan met hun smartphone in de hand voor de schappen producten en prijzen te vergelijken.
Weblog Emerce nam in de berichtgeving over het onderzoek de Engelse term phy-gital gewoon over. Ik vind het een lelijk woord. Ik dacht eerst nog dat het misschien aan het Engels lag. Een Nederlands equivalent dan maar? Maar fygitaal, dat is pas echt erg.
Dify?
Op zich dekt het woord mijn reactie wel vrij aardig: fygo is Grieks voor ‘vluchten’, ‘mijden’.